Opdracht 17

21-04-2020

🏫 Goeiemorgen liefste leerlingen 🌞

Vandaag maken jullie 3 oefeningen:
--> oefening 1: nieuwe woorden leren + zinnen lezen
--> oefening 2: nieuwe woorden schrijven
--> oefening 3: werkwoorden invullen in een zin

Lees goed wat je moet doen:

oefening 1:

stap 1 : leer de woorden in het kader 👇

stap 2: 👀 Kijk naar de tekeningen. Elke tekening heeft een nummer.

stap 3: 📖 lees de zinnen. Elke zin heeft een letter.

A. Ik ga niet mee naar het feestje vanavond want ik ben veel te moe.
B. Die mevrouw is heel blij.
C. Tobiasz vraagt me: "Heb je zin in een ijsje?"
D. Zeynep heeft een broer en een zus.
E. Hubert vraagt aan zijn papa: "Mag ik wat langer naar televisie kijken vanavond?"
F. De leerlingen mogen geen lawaai maken in de gang.
G. Mohammed kan nog niet schrijven, maar hij kan wel al goed spreken.
H. De leerlingen kunnen onvoldoende (nog niet genoeg) Nederlands om de oefening alleen te maken. Daarom helpt de leerkracht hen.
I. De mama van Camila belt haar op om te zeggen dat ze naar huis moet komen.
J. De leerlingen steken hun mappen in hun boekentas, want ze moeten een toets maken.
K. Mido wilde klas niet vegen.
L. Ali vraagt aan zijn vriend: "wil je eens naar de foto's van mijn vakantie kijken?"
M. Het vuilblik ligt naast de vuilbak.
N. Oma moet elke middag een uurtje op haar bed liggen om te rusten.
O. Ik leg het notitieboekje in de tafellade.
P. Halima legt haar polshorloge op de tafel.
Q. De plant staat op de vensterbank.
R. Het belt. De leerlingen gaan in de rij staan.
S. Opgepast met die schaar! Je doet me pijn!
T. Doe je jas aan! Het is koud buiten.